Zilver

Zilver werd al voor het begin van onze jaartelling gebruikt voor versiersels en als betaalmiddel. Uit opgravingen blijkt dat al 4000-3500 v.Chr. zilver werd gescheiden van lood op eilanden in de Egeïsche Zee en Anatolië. Vaak werd zilver geassocieerd met de maan, de zee en verschillende goden. In de alchemie werd voor zilver het symbool van een halve maan gebruikt en alchemisten noemden het Luna. Van het metaal kwik werd gedacht dat het een soort zilver was. In sommige talen blijkt dat nog uit de naam die kwik heeft zoals quicksilver in het Engels of kwikzilver (met de betekenis levend zilver) in wat ouder Nederlands. Veel later bleek het om twee volstrekt verschillende elementen te gaan.

De naam zilver leidt via het Oudhoogduits silbar van de Germaanse wortel *seluƀra-. Men vermoedt dat het hier een leenwoord betreft dat uit Klein-Azië of nog verder weg afkomstig is.[1] In het Latijn heet zilver argentum, waar zilver het symbool Ag aan dankt.

De glans van zilver maakt het een gewild metaal voor sieraden en zilveren voorwerpen als bestek, schalen, kandelaars en dienbladen. Vaak zijn deze voorwerpen voorzien van gestempelde keurtekens als: een jaarlettermerk, een meesterteken en een gehalteteken. Het gehalteteken is na een proef door een, door de overheid aangewezen waarborginstelling verleend.[3]

Meestal gebruikt men eerste gehalte en tweede gehalte zilver. Eerste gehalte (925/1000) is een legering van 92,5% zilver en 7,5% koper of een ander metaal. In sommige Engelstalige landen wordt hiervoor de term sterling gebruikt.[2] De gehalten van zilveren voorwerpen die in Nederland met keurtekens worden gewaarborgd zijn: 925/1000, 835/1000 (tweede gehalte) en 800/1000.[3] De woorden nieuw zilver, oud zilver, Duits zilver, hotelzilver, muntzilver, djokjazilver of andere combinaties met het woord zilver zijn niet toegestaan voor voorwerpen van onedele metalen zoals alpaca of legeringen beneden het wettelijk zilvergehalte.[3] De afkorting BWG (beneden het wettelijk gehalte) duidt op een lager zilvergehalte dan 800.

Zilver is een van de oudste en bekendste edelmetalen en wordt al van ruim voor het begin van onze jaartelling gebruikt als betaalmiddel. Sinds het begin van de beschaving wordt er van zilver niet alleen juwelen en sieraden gemaakt, maar ook andere voorwerpen; zoals bestek, potten en borden en religieuze kunstvoorwerpen. Daarnaast wordt zilver gebruikt als prestigieus materiaal om te versieren en decoreren. Het woord zilver is afgeleid van oud-Saksisch silubar, dat in het oud-Hoogduits silbar werd en in het nieuw-Hoogduits silber.

In de vroege Middeleeuwen begon de zilverwinning in Midden Europa in onder andere Duitsland, Oostenrijk en Hongarije. Later werd vooral veel zilver gewonnen in de Spaanse zilvermijnen, in Klein-Azië en Griekenland. Na 1500 werd veel zilver ingevoerd vanuit Midden- en Zuid-Amerika. Het edelmetaal heeft de mensheid kunnen fascineren vanaf het begin van de beschaving. Zilver bevindt zich namelijk vaak dicht bij het aardoppervlak, waardoor het al vroeg werd gevonden toen de eerste beschavingen op zoek gingen naar bruikbare materialen. Tevens werd de makkelijke smeltbaarheid in de gewenste vorm en duurzaamheid van zilver al gauw ontdekt.